Koppen voor de ophef

Grote moeite heb ik met koppenmakers die een loopje nemen met de feiten, zoals deze bij de NOS. Allemaal ophef, want het werkelijk nieuws is dat het OM de vervolging staakt van ouders die ervoor kiezen om een beroep te doen op vrijstelling van de schoolplicht, omdat de vervolging volgens ervaring van het OM geen zin heeft. De kop is om twee redenen fout. Die ouders houden niemand thuis, want ze hebben geen verplichting om naar school te gaan. Ze kiezen voor een andere manier van leven. En dat beroep op vrijstelling doe je op basis van je levensovertuiging, hetgeen veel breder is dan geloof.

Iedere ouder kan op basis van een levensovertuiging een beroep doen op vrijstelling van de schoolplicht. Het is niet een aanvraag die iemand moet goedkeuren. Je hebt het van rechtswege. Als een lokale leerplichtambtenaar vindt dat je onterecht een beroep doet op de vrijstelling, dan kan die leerplichtambtenaar aangifte doen en zo ontstaat vervolging. En wellicht kom je als ouder zelfs terecht bij de rechter. Vrijstelling van schoolplicht ontslaat de ouder overigens niet van het verzorgen van goed onderwijs.

De wetgeving is ruim honderd jaar oud en vindt haar oorsprong in de invoering van de schoolplicht om kinderarbeid tegen te gaan. Veel mensen waren bang dat die “kinderen van armen” (veelal communisten) het algemene niveau van het onderwijs omlaag zouden brengen. Ze wilden een uitweg, die vervolgens werd bedacht in de ‘vrijheid van onderwijs’, dus je mag zelf onderwijs geven en een eigen school oprichten. In 1969 werd dit ingeperkt door het te koppelen aan een levensovertuiging. Dat lees je goed: de laatste grote aanpassing aan de Nederlandse onderwijswet is van ver voor het gemeengoed worden van internet.

Het OM ziet het probleem in de subjectiviteit van de uitleg van een definitie en maakt al tig jaar de problemen daarvan mee. Formeel zegt de wet dat er sprake moet zijn van een “weloverwogen levensovertuiging”. Als dat een bekende religie is, dan hebben mensen daar snel gevoel bij, ook rechters. Maar bij meer intellectuele – of filosofische overwegingen wordt het lastig. Een leerplichtambtenaar kan vinden van niet (N=1). De kantonrechter (N=1) kan dan vinden van wel. En dan volgt een beroep (rechtbank: N=3) en uiteindelijk wellicht de Hoge Raad (N=5). Het is in alle gevallen een discussie over woorden, want wat is “Weloverwogen”?

Een heel traject waar het OM eindeloos druk mee is en zonder al te veel resultaat. Dat stelt het OM op basis van 20+ jaar ervaring. In de toelichting op de eigen site zegt het OM: veel zaken komen niet tot een echt eind, maar zelfs na veroordeling (hoge boete of gevangenisstraf) gaan kinderen niet naar school. Ouders vluchten desnoods naar het buitenland waar de onderwijswetgeving moderner is en thuisonderwijs fatsoenlijk in de wet staat. Populaire vluchtlanden zijn bv. Finland, Noorwegen, Denemarken, België, Engeland, Ierland en Schotland. Het is een puur pragmatische beslissing van het OM die de regering moet stimuleren om na 25 jaar discussie eindelijk een keer met een nieuwe onderwijswet te komen.

Het gaat in Nederland overigens om ca. 2000 kinderen, bijna een verdubbeling in de afgelopen vijf jaar. Dat is deels wellicht ingegeven door de wat matige staat van het schoolonderwijs, waar we de resultaten dagelijks van in de media kunnen lezen: stijgende ongeletterdheid, niet kunnen rekenen, geen idee hebben wat de holocaust is en weinig respect in de klas. Grote internationale onderzoeken wijzen uit dat kinderen die thuisonderwijs krijgen gelukkiger en socialer zijn, vaak intrinsiek willen leren en daardoor meer weten.

De koppen halen de media omdat de schoorsteen bij brancheorganisatie Ingrado moet roken. Rond deze tijd besluiten gemeenten hoe hun leerplichtafdeling er voor het komend jaar uitziet. En wat extra leden her en der aan het werk, betekent her en der wat meer invloed en dus wat meer geld. Als ik Ingrado was, dan zou ik me vooral druk maken over de thuiszitters. Dat zijn kinderen die – met medeweten van Ingrado – om mentale redenen niet naar school kunnen, of die door de school geweigerd worden, omdat er onvoldoende middelen zijn om die groep onderwijs te geven. Die teller van kinderen die buiten het verplichte systeem vallen staat op 70.000, met nog 280.000 kinderen die voor langere tijd niet naar school gaan. Dat zijn stuk voor stuk kinderen waarvan de ouders er niet voor kozen om thuisonderwijs te geven en die vaak met de handen in het haar zitten. Die 350.000 thuiszitters (en hun ouders) hebben Ingrado het hardste nodig, maar de brancheorganisatie laat ze lekker in de kou staan.